De statistieken zijn duidelijk: bijna een halve eeuw nadat het traditionele kostwinnersmodel op de schop ging, blijft de ongelijke verdeling van zorgtaken een hardnekkig probleem. Nog steeds draaien vooral vrouwen op voor het huishouden en de zorg voor de kinderen, en wordt het succes van mannen afgemeten aan hun carrière. Dat blijkt ook uit de loon- en loopbaankloof tussen vrouwen en mannen, die
slechts met mondjesmaat afneemt.
Cijfers zeggen veel, maar we weten nog niet precies waaróm vaders niet evenveel zorg opnemen als moeders. We hebben nochtans het gevoel dat veel vaders – en zeker de jongere generaties – betrokken willen zijn bij de opvoeding van hun kinderen. Waar liggen de obstakels? Wat hebben mannen nodig om dit wel te doen? Dat was het voorwerp van twee onderzoeken van ZIJkant.
Het eerste onderzoek, uitbesteed aan onderzoeksbureau Ipsos, tracht te achterhalen wat vaders tegenhoudt om meer te zorgen en wat hen hierbij kan helpen. Tegelijk werd ook gepeild naar de mogelijke positieve gevolgen van een evenwichtige taakverdeling. Het onderzoek werd uitgesplitst in een kwalitatief en kwantitatief luik. Daarnaast peilde ZIJkant via diepte-interviews met vaders naar wat zij nodig hebben om te kunnen kiezen voor een actief en betrokken ouderschap.
Het volledige onderzoek van Ipsos, de diepte-interviews van ZIJkant, good practices uit het buitenland én onze beleidsaanbevelingen vind je in de publicatie ‘Vaders weten waarom’.