Nergens ter wereld neemt de loonkloof tussen mannen en vrouwen sneller af dan in ons land. Met dank allicht aan de barema’s in bindende cao’s.
Cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) laten zien dat de loonkloof in geen enkel ander westers land kleiner is dan in België. Het mediane maandloon van Belgische mannen ligt slechts 3,3 procent hoger dan dat van vrouwen. In Frankrijk bedraagt het 13,7 procent, in Nederland is dat 14,1 procent en in Duitsland 17,1 procent. In de Europese Unie gaat het gemiddeld om 19,1 procent. De Oeso zette de cijfers gisteren in de verf ter gelegenheid van de Internationale Vrouwendag.
Het cijfer ligt lager dan wat het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen vorig jaar in zijn loonkloofrapport naar voren schoof. Dat meldt een kloof van 8 procent op basis van uurlonen en van 21 procent op basis van jaarlonen. Het verschil met de Oeso-cijfers heeft waarschijnlijk te maken met een andere berekeningswijze. In het loonkloofrapport worden gemiddelde lonen als basis genomen, de Oeso werkt met het mediane loon. Dat is het loon waar de helft van de mensen onder zit en de andere helft boven.
De Oeso-dataset laat zien dat de kloof in België de afgelopen jaren razendsnel is afgenomen. In 2000 lag het mediane loon voor mannen nog 13,6 procent hoger, vijf jaar later was dat 11,5 procent en nog eens vijf jaar later 7,0 procent. In de vier jaar daarna halveerde het cijfer nog. In andere landen ging het cijfer ook wel naar beneden, maar veel trager.
Armoedespecialist Ive Marx van de Universiteit Antwerpen denkt dat de daling te maken heeft met de ‘sterke institutionalisering van de loonzetting’ in ons land. Een heel groot deel van de werknemers wordt via barema’s betaald die vastgelegd zijn in algemeen bindende cao’s. In die barema’s wordt geen onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen.
Dat er toch nog verschillen zijn, heeft onder meer te maken met verschillen in opleiding en beroepskeuze. Maar die verschillen worden steeds kleiner, zegt Marx. Bij de nieuwe generaties werknemers zijn de verschillen in opleidingsniveau verwaarloosbaar, of ze zijn zelfs omgekeerd. Sommige hoogopgeleide beroepscategorieën, zoals de rechtspraak of de medische sector, zijn al jaren aan het vervrouwelijken. Eurostat-cijfers voor België tonen aan dat de loonkloof in de openbare sector zelfs al omgekeerd is: mannen verdienen er minder dan vrouwen. In de privésector is dat alleen het geval voor werknemers die jonger zijn dan 25 jaar. Dat wil niet zeggen dat alle verschillen verdwenen zijn. Doordat vrouwen vaker deeltijds werken dan mannen, liggen hun inkomsten vaak lager, ook al zijn de lonen op zich even hoog. Dat effect is niet zichtbaar in de Oeso-cijfers, omdat die uitgaan van maandlonen. Ook in extralegale voordelen zijn er verschillen, die niet tot uitdrukking komen in de loonstatistieken.
Dit is een artikel uit De Standaard, op 9/3/2016